maandag 24 december 2012

Kerstmis

KERSTMIS 2011

 
Het sneeuwt niet, er is geen vrieskou, de regen valt met bakken uit de hemel, kortom, de traditionele kerstsfeer is ver weg. Maar binnen wacht een warm kerstverhaal. Een van de mooiste verhalen die ik mijn kleinkinderen ieder jaar opnieuw voorlees:
Kerstmis in de stal van Astrid Lindgren, met tekeningen van Lars Klinting, (Christofoor, 2002).
Op een avond, heel lang geleden, liepen een man en een vrouw in het donker over de weg. Ze hadden heel lang gelopen en waren moe. Nu wilden ze slapen, maar ze wisten niet waar.(…)
Geen namen, ook in het bruin- grijze (Zweedse) sneeuwlandschap lijken de twee figuren, dicht tegen elkaar en met een lantaarn, wel anoniem.
Maar langs de weg lag een kleine stal.
En daar zijn de dieren die het verhaal zo bijzonder maken.
En ja, er waren dieren in de stal. Ze sliepen al, maar toen ze hoorden dat er iemand bij de deur was, werden ze wakker en zagen hoe de man en de vrouw naar binnen kwamen. Ze keken hoe de vrouw daar in het licht van de lantaarn stond. Ze wisten niet waarom de vrouw die nacht naar hun stal kwam. Maar misschien begrepen ze wel dat ze het heel koud had en dat ze hongerig en moe was.
  • Misschien, zegt Lindgren, ze dringt zich niet op:
Misschien begreep het paard het, toen de vrouw haar koude handen onder zijn manen legde om ze te verwarmen.
Misschien begreep de koe het, toen de vrouw haar molk en de warme, lekkere melk dronk.
Misschien begrepen ook de schapen het wel, want toen de vrouw zich uitstrekte op het stro om te slapen, gingen ze dicht om haar heen liggen, zodat de vrouw het warm zou krijgen.
Zo viel de nacht stilletjes over de stal en over alle mensen en dieren die daarbinnen waren.
Mijn kleinkinderen zijn er zelf stil van. Ze wachten op de geboorte van ‘de baby’, de sterren die plots door het duister breken en op de herders die die éne grotere en helderder ster volgen. Het warme, sobere verhaal met de respectvolle en sfeervolle tekeningen verscheen voor het eerst in het Zweeds in 1961, toen met prenten van Harald Wiberg (zie ook Tomte Tummetot ). Ik beveel het anno 2011, 50 jaar later dus, nog alle voorlezers zeer warm aan.
Dit jaar ligt er nog een ander kerstverhaal op de boekenstandaard: Kerstverhaal van Geert van Istendael en Judith Vaninstendael. (Uitgeverij Atlas, 2008)
Dit is het verhaal van een kind. Het is een oud verhaal,
heel erg oud, meer dan tweeduizend jaar. En toch is het ook
een nieuw verhaal.
Alle jaren weer zijn er mensen die het vertellen,
In de donkerste dagen, aan de voet van een grote boom.
Dit is het verhaal van het kind Jezus.
Die grote boom is geen traditionele westerse ‘dennenboom’. Het decor is ook geen westers sneeuwlandschap trouwens, maar een geelrode woestijn en een dreigend gebergte waar de herders de wacht houden. Een goede gelegenheid om eventjes een en ander in de ware context te kaderen. De kleinkinderen knikken begrijpend, maar zij (en ik) kijken wel raar op wanneer ze Maria en Jozef op een scooter door die woestijn zien puffen en even later een koning op een struisvogel, een paard en een kameel aan zien komen rijden. Ook de engelen vinden het eerder een ludiek gebeuren. En waarom wordt het kindje dan toch in een stal geboren, en niet in een grot?
De tekeningen verbreden de blik, maar ergens stroken de speelse ingrepen toch niet met verder sfeervolle decors en vooral niet met de mooie, gedragen en soms plechtige tekst die de kinderen horen:
Keizer Augustus had het bevel gegeven om zijn onderdanen te tellen, van de eerste tot de laatste.
Daartoe moest iedereen naar de stad trekken waar zijn voorouders vandaan kwamen. En alle mensen in het rijk gingen op weg om zich te laten tellen in de stad van hun herkomst.
De kleinkinderen laten zich wiegen op het ritme van de taal. Slechts af en toe klinkt het:
Wat is ‘ontwaard’ oma? En ‘engelenschaar’ ? Een eenvoudig synoniem volstaat, de plechtstatigheid stoort niet, integendeel, ze versterkt de sfeer. De sfeer van de oude verhalen, die vraagt geen ingrijpende updating.
Of zoals Geert van Istendael besluit:
Vandaag leven overal ter wereld mensen, miljoenen en miljoenen mensen, die nog altijd naar al die mooie verhalen luisteren.
Misschien hebben mede- lezers nog tips voor op de standaard. Ik hoor ze graag. Hoewel wat mij betreft geen enkele Astrid Lindgren van haar plekje zal duwen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten