donderdag 26 december 2013

Levenswijsheid, Licht



"Alle manifestaties van ons leven brengen klanken voort. De
gedachten, gevoelens en daden die de wetten van de harmonie
respecteren, weerklinken op een bepaalde manier als muziek. En
wanneer wij ook het juiste ritme vinden om aan onze gebaren en
woorden te geven, leven wij volgens de wetten van de muziek.
Iemand heeft ooit gezegd dat in God alles kan rusten, behalve de
oren… Dat is waar, maar het is zeker dat God zijn oren sluit
voor het lawaai en de opstandigheid die vanuit de aarde
opstijgen. Hij luistert alleen naar muzikale gebeden, de gebeden
die opstijgen uit de ziel van zijn zonen en dochters. Een gebed
dat niet muzikaal is wordt niet ontvangen. Bereid je gebeden dus
voor volgens de wetten van de muziek en je zult verhoord worden. "

Aivanhov

zondag 22 december 2013

Levenswijsheid

Het kerstvierend kind in mij

by Menno Prins
Op 8 december verscheen in het BD een artikel van Andre Baets met de titel: “Viert een boeddhist Kerstmis?” Hij schrijft onder meer dat hij verschillende boeddhisten kent die Kerstmis vieren, omdat zij Jezus beschouwen als een  groot bodhisattva. In die zin – zegt Baets - kan een boeddhist de geboorte van Jezus wel vieren.  Nu vraag ik mij af of ik daar nu blij om moet zijn of niet. En dan doel ik niet op deze reden om als boeddhist Kerstmis te kunnen vieren, maar op het feit dát er kennelijk een “erkende” reden zou moeten zijn om als boeddhist Kerstmis te mogen vieren.
volle-maan wordpressOf ik een echte boeddhist ben, weet ik niet. Wat ik wel weet is, dat ik kerstmis vier. Om met het eerste te beginnen: wie bepaalt of ik een echte boeddhist ben? Tot op heden heb ik uitsluitend officieus toevlucht genomen tot de drie juwelen: de Dharma, de Boeddha en de Sangha.  Zo heb ik op een nacht mijn toevlucht nemen luid uitgeroepen tegen alle Boeddha’s van alle tijden en in alle ruimten, met enkel de wind, de bomen, de sterren en de maan als getuigen.  En ik herinner mijzelf daar regelmatig aan, omdat het volgens mij geen kwaad kan jezelf regelmatig te herinneren aan en daardoor ook te confronteren met voornemens, toezeggingen en beloften. Integendeel. En meer dan mijn best doen hiernaar te leven, kan ik niet en zo ga ik dan voort op de weg, met vallen en opstaan. Ik geef toe: er zijn momenten waarop ik er naar verlang om jukai te mogen doen bij een leraar van vlees en bloed, ter officiële bevestiging van, dat geef ik toe, maar dat verlangen is bij nader inzien ook weer niets anders dan een vorm van gehechtheid, en wel een gehechtheid aan erkenning. Wanneer ik na zo’n aanvechting ’s avonds weer eens buiten loop, zoals in deze donkere dagen voor Kerst, met bijna volle maan, in de frisse wind, dan verbeeld ik mij dat de wind, de bomen, de sterren en de maan mij toeroepen: “zijn wij als getuigen niet goed genoeg?”. En dan kan ik niet anders dan glimlachen en “JA” zeggen.
Kerststal Wikimedia 800px-KerststalIk sluit niet uit dat ik Kerst vier omdat ik ermee ben opgegroeid, en er mooie, warme herinneringen aan heb. Hoewel mijn kinderjaren definitief voorbij zijn en nooit meer zullen terugkeren, is het kind in mij er nog steeds. Nee, laat ik het anders zeggen: dat kind is sinds enkele jaren weer in mijn leven teruggekeerd na onder de dikke laag “volwassenheid” vandaan te zijn gekropen waaronder ik het zelf had bedolven. Dat teruggekeerde kind geniet zonder enige reden en bedoeling van – vooral de klassieke - kerstliederen, van de lichtjes in de kerstboom thuis en de lichtjes overal buiten; en zelfs van alle kitsch er om heen. Het kind in mij geeft er niets om dat  het kerstfeest de gekerstende Keltische viering is van de terugkeer van het licht, het Joelfeest, en dat de oorsprong van een boom met lichtjes te vinden is in een heidens gebruik. Het weet het allemaal, maar voelt geen schroom om eenvoudigweg onbevangen te zijn en zich zonder enige verontschuldiging onder te dompelen in de sfeer die wordt opgeroepen.
En door dat kind, kan ook de volwassene in mij Kerstmis vieren; omdat die volwassene van het kind heeft geleerd zich los te maken van de overtuiging dat dat hele kerstgedoe niets méér is dan een simpel feestje rond een sprookje, met in de hoofdrollen een hoogzwanger jong  meisje; een timmerman; en een heel bijzonder kindje; en als figuranten onder meer een os, een ezel,een barse herbergier; een stelletje herders met schapen, een drietal wijzen uit het oosten en een uitbundig koor van engelen. Dat alles tegen een decor van een winternacht waarin één ster opvallend boven een stalletje in Bethlehem staat te stralen. In dat decor komen overigens géén dennenbomen voor, zelfs geen sparren. En nergens hangen gekleurde ballen, slingers of  klokken en nergens liggen cadeautjes. Kalkoenen, kippen, konijnen en andere eetbare dieren hebben ten tijde dat het sprookje speelt nog geen idee wat hen boven het hoofd hangt. In de lucht tenslotte toert ook geen door rendieren getrokken arrenslee rond met een hol lachend dik mannetje erin. De volwassene in mij heeft door het kind herontdekt dat Kerstmis veel meer is dan wat de consumerende mens er in het ‘geciviliseerde deel van de wereld’ inmiddels van heeft gemaakt.
kind spelendDe rollen zijn omgedraaid! Het kind in mij roept alleen maar: “kijk!”. En dan bedoelt het niet dat ik het kerstfeest moet ontleden tot een bergje losse feitjes en vervolgens alles moet analyseren tot er niets meer is om je over te verwonderen. Het zegt: KIJK! Kijk zonder te oordelen, zonder te ontleden en zonder te analyseren. Kijk en kijk dan nog eens, door alle lagen heen tot niet alleen met  je ogen maar met je hele wezen kijkt. Wat zie je dan? Zie je dan niet dat de hemel opengaat of eigenlijk altijd al open is geweest?
En als ik het dan zie, vraag ik mij af waarom we Kerstmis eigenlijk alleen op 25 en 26 december vieren, met daarvoor slechts vier weken adventstijd. Ik vraag me af waarom velen het alleen een christelijk feest vinden. Wat ik zie is reden genoeg om 365 dagen van het jaar feest te vieren. Van mij mogen niet alleen Pasen en Pinksteren op één dag vallen, maar mogen alle feestdagen samenvallen: christelijke, boeddhistische, hindoeïstische, joodse, islamitische en strikt persoonlijke zoals verjaardagen. Wat ik namelijk zie, is dat er lijden is, dat er een oorzaak van dat lijden is, dat er het lijden volstrekt onnodig is en dat er een weg is voor iedereen om het lijden te beëindigen.  Misschien ben ik de enige – hoewel ik dat waag te betwijfelen -  maar ik zie deze vier edele waarheden  belichaamd in een pasgeboren kind, gelegd in een kribbe. Ik zie het in ieder lichtje in iedere kerstboom. En ja: ik interpreteer / projecteer dat er waarschijnlijk helemaal zelf in. So what?
Moge iedereen gelukkig zijn. Ook met Kerst. 365 dagen per jaar.
Menno Prins | december 22, 2013

levenswijsheid - Licht


Vader, U hebt beloofd dat U nooit zou verzuimen een beroep te beantwoorden dat Uw Zoon op U zou doen. Het doet er niet toe waar hij is, wat zijn probleem lijkt te zijn, noch wat hij gelooft dat hij geworden is. Hij is Uw Zoon en U zult hem antwoorden. Het wonder weerspiegelt Uw Liefde en zodoende antwoordt het hem. Uw Naam vervangt elke gedachte aan zonde, en wie zonder zonde is kan geen pijn lijden. Uw Naam geeft Uw Zoon antwoord, want Uw Naam aanroepen is niets anders dan de zijne aanroepen.

Uit : een cursus in Wonderen

maandag 16 december 2013

levenswijsheid - Licht

"Iemand komt ‘s avonds thuis en klaagt dat hij uitgeput is,
omdat hij een zware dag heeft gehad: moeilijkheden op het werk,
een discussie die verkeerd afliep, enz. Men zal hem dus de raad
geven te gaan rusten, maar hoe pakt hij dat aan?… Omdat hij
niet weet dat het eerste wat hij moet doen erin bestaat te
vergeten wat hem dwarszit, gaat hij op zijn bed liggen. Daar ligt
hij heen en weer te draaien, piekerend over wat hem irriteert,
over zijn ontmoediging… Maar zelfs indien hij een uur op zijn
bed blijft liggen, zal hij niet alleen niet rusten, maar zelfs
nog meer vermoeid zijn, want hij heeft niet opgehouden te denken
aan wat hij nu juist moest vergeten.
Wil je werkelijk uitrusten? Begin dan met in te werken op je
zenuwstelsel. Laat voor een ogenblik alles los, zodat je de
krachten die in jou wonen weer de mogelijkheid geeft de overhand
te nemen. Om opnieuw harmonisch in je organisme te circuleren is
het voor de zenuwimpuls nodig dat je je in een toestand van
vrede, van harmonie en innerlijke stilte brengt. En dan zal de
vermoeidheid inderdaad verdwijnen."

Mikhaël Aïvanhov