Het kerstvierend kind in mijby Menno Prins |
Op 8 december verscheen in het BD een artikel van Andre Baets met de titel: “Viert een boeddhist Kerstmis?”
Hij schrijft onder meer dat hij verschillende boeddhisten kent die
Kerstmis vieren, omdat zij Jezus beschouwen als een groot bodhisattva.
In die zin – zegt Baets - kan een boeddhist de geboorte van Jezus wel
vieren. Nu vraag ik mij af of ik daar nu blij om moet zijn of niet. En
dan doel ik niet op deze reden om als boeddhist Kerstmis te kunnen
vieren, maar op het feit dát er kennelijk een “erkende” reden zou moeten
zijn om als boeddhist Kerstmis te mogen vieren.
En
door dat kind, kan ook de volwassene in mij Kerstmis vieren; omdat die
volwassene van het kind heeft geleerd zich los te maken van de
overtuiging dat dat hele kerstgedoe niets méér is dan een simpel feestje
rond een sprookje, met in de hoofdrollen een hoogzwanger jong meisje;
een timmerman; en een heel bijzonder kindje; en als figuranten onder
meer een os, een ezel,een barse herbergier; een stelletje herders met
schapen, een drietal wijzen uit het oosten en een uitbundig koor van
engelen. Dat alles tegen een decor van een winternacht waarin één ster
opvallend boven een stalletje in Bethlehem staat te stralen. In dat
decor komen overigens géén dennenbomen voor, zelfs geen sparren. En
nergens hangen gekleurde ballen, slingers of klokken en nergens liggen
cadeautjes. Kalkoenen, kippen, konijnen en andere eetbare dieren hebben
ten tijde dat het sprookje speelt nog geen idee wat hen boven het hoofd
hangt. In de lucht tenslotte toert ook geen door rendieren getrokken
arrenslee rond met een hol lachend dik mannetje erin. De volwassene in
mij heeft door het kind herontdekt dat Kerstmis veel meer is dan wat de
consumerende mens er in het ‘geciviliseerde deel van de wereld’
inmiddels van heeft gemaakt.
En
als ik het dan zie, vraag ik mij af waarom we Kerstmis eigenlijk alleen
op 25 en 26 december vieren, met daarvoor slechts vier weken
adventstijd. Ik vraag me af waarom velen het alleen een christelijk
feest vinden. Wat ik zie is reden genoeg om 365 dagen van het jaar feest
te vieren. Van mij mogen niet alleen Pasen en Pinksteren op één dag
vallen, maar mogen alle feestdagen samenvallen: christelijke,
boeddhistische, hindoeïstische, joodse, islamitische en strikt
persoonlijke zoals verjaardagen. Wat ik namelijk zie, is dat er lijden
is, dat er een oorzaak van dat lijden is, dat er het lijden volstrekt
onnodig is en dat er een weg is voor iedereen om het lijden te
beëindigen. Misschien ben ik de enige – hoewel ik dat waag te
betwijfelen - maar ik zie deze vier edele waarheden belichaamd in een
pasgeboren kind, gelegd in een kribbe. Ik zie het in ieder lichtje in
iedere kerstboom. En ja: ik interpreteer / projecteer dat er
waarschijnlijk helemaal zelf in. So what?
Moge iedereen gelukkig zijn. Ook met Kerst. 365 dagen per jaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten